#3 De ‘romantiek’ van wonen en werken naast elkaar
Als ik naar foto’s uit de oude doos van bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse in Schiedam kijk, een project waar wij met ons bureau jaren aan gewerkt hebben, roept het bij mij soms een romantisch beeld op. Die van een hechte gemeenschap, van bedrijvigheid die de stad levend hield en karakteristieke industriële gebouwen. Kinderen spelend op straat, werkplaatsen aan het water en arbeiders die in de ochtend letterlijk hun voordeur uitliepen de werf op.
Maar die nabijheid had ook een keerzijde. De lucht was zwaar van rook, de bodem doordrenkt met resten van productie. Geluid, geur en gevaar hoorden bij het dagelijks leven. Wat we nu zien als charmant industrieel erfgoed, was destijds voor velen een plek van overlast. Veel van die wijken zijn daarom gesloopt of opgeschoond, toen hygiëne, veiligheid en wooncomfort hogere prioriteit kregen, zo ook in Schiedam. De stad wilde ademen en men wilden wonen in schone en veilige gebieden, en dus gingen wonen en werken uit elkaar.
Werken gebeurde daarna op bedrijventerreinen met brede wegen en hekken, wonen in nette wijken met stoepen en tuinen. Alleen het historische centrum bleef nog echt gemengd, maar daar ging het vooral om kleinschalige, schone functies die weinig overlast gaven.
Nu, decennia later, verschuift het beeld opnieuw. Toch is het mengen van wonen en werken geen simpele terugkeer naar vroeger. Een gemengd gebied in deze tijd is complexer dan een woonwijk of een bedrijventerrein. Vaak gaat het om transformaties van oude industriële zones, met hogere dichtheden en functies die elkaar kunnen raken, letterlijk en figuurlijk. Daar is zorgvuldigheid nodig, aandacht voor grenzen, geluid, logistiek. Een heldere zonering blijft belangrijk, maar nu met meer nuance dan ooit.
Ik ben van mening dat een vleugje nieuwe romantiek, identiteit en karakter niet mag ontbreken in de herontwikkeling van deze gebieden. Niet het gebied schoonvegen, maar juist de tijdlagen zichtbaar maken: de sporen van arbeid, ondernemerschap en alledaagse verhalen die deze plekken hun ziel hebben gegeven. Als we die geschiedenis koesteren en combineren met de kwaliteiten van nu, ontstaat een stedelijke omgeving die zowel robuust als menselijk is. Een plek waar een nieuwe generatie kinderen kan spelen tussen gebouwen die iets te vertellen hebben, waar mensen werken met het besef dat ze onderdeel zijn van een groter verhaal.
Dat hebben we ook zo gedaan in onze plannen voor Nieuw-Mathenesse, waar de Glasbuurten deel van uitmaken en waar meer dan 1200 woningen aan worden toegevoegd. We zijn trots dat we bestaande en nieuwe waarden in elkaar hebben laten grijpen, niet als nostalgie, maar als fundament voor toekomstbestendige stedelijkheid.
Want uiteindelijk gaat het er niet om terug te keren naar hoe het was, maar om vooruit te bouwen met respect voor waar we vandaan komen. Dáár begint de echte vernieuwing.
Valerie Koppelle. Als architect en stedenbouwkundige ben ik gefascineerd door de gebouwde omgeving, en vooral door de sociale impact die gebouwen en stukjes stad hebben op mensen.
In een reeks posts deel ik mijn observaties over werken in de stad. Dat onderwerp klinkt misschien niet direct spannend of sexy, maar ik geloof dat een andere blik - met wat meer liefde en aandacht, een meer menselijke benadering - het beeld kan kantelen. Hopelijk ontstaat zo meer waardering én meer ruimte voor kwaliteit en zorgvuldige inpassing. Op dit vlak laten we nog veel kansen liggen. Het is tijd om daar verandering in te brengen.
Afbeeldingen (van links naar rechts)
1918 - De Maasdijk gezien vanaf de Koninginnebrug in de richting van Rotterdam. Links de huizen aan de Maasdijk en rechts de fabriekshallen van de werf Gusto (Roovers-repro, Gemeentearchief Schiedam)
Gustowerf (auteur en datum onbekend, Gemeentearchief Schiedam)
1890 - hoek Nieuwsticht (Gemeentearchief Schiedam)
Hoek Nieuwsticht (auteur en datum onbekend, Gemeentearchief Schiedam)